donderdag 8 april 2010

Nederland en discriminatie van Nederlanders

In de vreemdelingencirculaire komt een stukje voor (B10 5.3.1) met het kopje "Discriminatie eigen onderdanen". Ten onrechte wordt daar gemeld dat de rechter die over het Europese recht gaat (het Hof in Luxemburg) zou hebben bepaald dat eigen onderdanen (Nederlanders dus) mogen worden achtergesteld  bij onderdanen die afkomstig zijn uit een ander EU-land die in Nederland verblijven. Een feit is wel  dat een autochtone Nederlander in Nederland onder omstandigheden een recht niet heeft dat, bijvoorbeeld een Pool of een Duitser in Nederland wel heeft. Dat feit berust, als al gezegd, overigens niet op een actief daarmee instemmen door het Hof in Luxemburg, maar op een keuze die Nederland heeft gemaakt. Als het uitkomt omarmt Nederland dus achterstelling van de eigen onderdanen in eigen land bij vreemdelingen! Het gaat dan met name om het gezinsherenigingsbeleid. Het mag zonder meer vreemd genoemd worden dat een Nederlander in Nederland onder omstandigheden een mindere rechtspositie heeft dan een hier wonende vreemdeling uit een EU-land. Behalve vreemd is het ook dubieus uit juridisch oogpunt. Hoe verhoudt zich dat tot het gelijkheidsbeginsel als bijvoorbeeld neergelegd in art. 1 van de Grondwet? De Nederlandse regelgever heeft een duidelijk antwoord op die vraag: een Nederlander mag in Nederland worden achtergesteld bij een vreemdeling in Nederland die afkomstig is uit een land dat behoort tot de Europese Unie.

MM