donderdag 29 juli 2010

'verbetering van processen' bij 'Tie 'n Tie'

TNT Post werkt continu aan de verbetering van haar processen en wel 'om u nu en in de toekomst een betaalbare service en kwaliteit te garanderen',  zo schrijft de post ons in een brief van 28 juli 2010. Volgt de mededeling dat de postbus van een adres tamelijk dichtbij ons kantoor  naar een op veel grotere afstand  gelegen adres verhuist. Dat hoeft echter in het geheel niet te bedroeven: 'Hebt u nog geen Brengservice? Informeer dan naar de mogelijkheden!'

Onze reden voor het nemen van een postbus was de rampzalig te noemen bestelling van post. Het zeer geregeld ontvangen van post die niet voor ons bestemd is, soms zelfs niet eens voor een adres in de gemeente Den Haag,  leidt noodzakelijk tot het idee dat het ontvangen van aan ons verzonden post allerminst zeker meer is. Ook zonder de 'brengservice' beproefd te hebben (waarvan het falen nu juist de oorzaak van het nemen van een postbus vormde) was al duidelijk dat we met de aanschaf van een postbus, ook nog afgezien van de extra kosten, 'van de regen in de drup'  waren gekomen. Binnenkomende post, bijvoorbeeld van een instantie als de IND, komt met een vertraging die tot meer dan twee weken kan oplopen in de postbus terecht. De klachtenprocedure levert niets op dan de mededeling dat sinds ook anderen dan 'Tie 'n Tie'  post (tot 20 gram) mogen bezorgen, de dienst zijn handen per definitie in onschuld wast, gevolgd door de mededeling dat de klacht als afgedaan wordt beschouwd.

Kortom, de 'processen'  worden steeds beter, de dienstverlening ontbreekt al dan niet geheel en wordt in ieder geval verminderd, maar dat is allemaal in ons eigen belang en wel om  een betaalbare kwaliteit en service te garanderen. Voor 88 eurocent kun je kennelijk niet meer verlangen dan een  zekere kans op bezorging van je brief en als daar wel zeker van wilt zijn dan kun je de post beter zelf bezorgen. De vooruitgang is ook hier niet te stuiten.

MM

dinsdag 27 juli 2010

Zittend plassen is logisch?

Lang geleden las ik in Vrij Nederland een stukje van Hugo Brandt Corstius. Hij had ontdekt dat als je als man staande plast, het vrijwel onvermijdelijke gevolg is dat miniscule spetters van de plas op je broek terechtkomen, wat zich overigens met name zal voordoen als de straal pis in het plasje water terechtkomt dat in een zogeheten vlakspoeler blijft staan. De schrijver meldde het licht gezien te hebben: hij ging 'dus' voortaan zittend plassen en dat zouden alle mannen  ook moeten doen. Datzelfde wordt door veel vrouwen voorgestaan,  naar aannemelijk is niet zozeer vanwege het feit dat de te overbruggen afstand tot het door de schrijver gesignaleerde spetteren kan leiden als wel tot het ook wel eens geheel naast de pot pissen, dit gecombineerd met het gegeven dat veelal vrouwen de taak is toebedeeld om het toilet te reinigen.  

Nu zijn er andere observaties en gevolgtrekkingen mogelijk bij beschouwing van de beschreven  verschijnselen van 'spetteren' en niet in de pot pissen. Is het niet veeleer verbijsterend dat ondanks de toegenomen welvaart  de gemiddelde woning nog immer niet is toegerust met de pisbak die in vrijwel iedere openbare toiletgelegenheid wel gevonden kan worden? De meest voor de hand liggende conclusie is immers dat het zittoilet niet echt geschikt is voor 'staand' plassen. Bewijst dat nu dat mannen helemaal geen enkele rol spelen bij de inrichting van een woning? Of bewijst dit  slechts dat mannen nu eenmaal viespeuken zijn, die voor vraagstukken van hygiëne geen enkele belangstelling koesteren? Wie het weet mag het zeggen, maar hoe dan ook kan de conclusie luiden dat die pisbak er toch eens moet komen. Dat zou ook gunstig zijn voor de vele wasbakken die thans als vervanger van de ontbrekende pisbak als zodanig gebruikt worden.

MM

 

maandag 5 juli 2010

Cogito ergo sum

"Cogito ergo sum", pleegt te worden vertaald met "ik denk, dus ik ben" en is als stelling afkomstig van de filosoof Descartes.

Kunnen we deze uitdrukking nu beter vervangen door "ik bel, dus ik ben" of, algemener, "ik communiceer, dus ik ben"? Tot de slotsom dat voor de hedendaagse mens alles afhangt van de vraag of er voortdurend een gesprek plaatsvindt, kun je gemakkelijk komen. Overal in het publiek domein (op straat, plein of in de trein) kan een bij deze ontwikkeling achtergebleven persoon als ik gemakkelijk attent raken op mensen die, voor mijn gevoel,  'zomaar' beginnen te praten. Dan kijk je even op omdat je er rekening mee houdt dat een poging gedaan wordt om je aandacht te trekken. Dat blijkt dan als regel niet het geval: de spreker spreekt middels een draadloze verbinding met een derde die zich meestal niet binnen het blikveld bevindt. Voor die persoon en niet voor jou is het gesprokene bestemd. Voor velen  geldt  dat zij in het openbaar in  nog maar zelden kunnen worden aangetroffen zonder dat zij een 'oortje' dragen of zich anderszins min of meer afsluiten voor hun onmiddellijke fysieke omgeving. Als je ongevraagd getuige wordt van de inhoud van zo een geprek, dan geeft dit als regel geen aanleiding om te denken dat het communiceren  ook zonder meer gelijk gesteld kan worden aan denken.

MM