maandag 6 september 2010

Stalin

Onlangs kreeg ik de eerste bladzijde van de Pravda (Правда = waarheid) van 21 december 1949 onder ogen. Op die dag vierde Stalin zijn zeventigste verjaardag. Op de linkerzijde van de voorpagina staat de man in volle lengte afgebeeld in een werkvertrek, op enige afstand vóór zijn schrijftafel, waarboven een afbeelding van Lenin hangt. De blik is voor de toeschouwer naar links en iets naar boven gericht (zodat men zou kunnen denken dat Obama, die immers ook graag afwisselend links en rechts over de toeschouwers heenkijkt naar een peilloze verte die kennelijk alleen voor hem een duidelijk zichtbaar beeld oplevert, aan de leider een voorbeeld heeft genomen) en de man is duidelijk in de kracht van zijn leven: kaarsrecht, zonder enige rimpel staart hij vertrouwenwekkend in een zorgeloze toekomst.

Naar wij nu weten had de man toen nog een drie jaar te gaan. Zijn geboortedatum is onzeker. Men is het er wel over eens dat dit niet 21 december 1879 is geweest en dit dan nog afgezien van de overstap naar de Gregoriaanse kalender die door toedoen van de revolutie tot stand kwam. Dat hij in het echt niet Stalin heette zou de heer Dzjoegasjvili (zijn echte naam) overigens zelf ook nog wel hebben toegegeven.

Terug naar het artikel. Dat heeft de kop "Aan kameraad Stalin, de grote leider en onderwijzer, en voortzetter van de onsterfelijke zaak van Lenin, waarde vriend, strijdgenoot, onderwijzer en leider". Enige jaren later wordt zelfs in de Sovjet-Unie erkend dat de 'leider' zo ook zijn schaduwkanten vertoonde.

Zo blijkt maar weer dat het geen aanbeveling verdient om de waan van de dag te volgen, zich te conformeren aan wat 'men' juist acht en dat immer met een kritische blik gekeken moet worden.

MM 6 september 2010

zaterdag 28 augustus 2010

Vrijheid van meningsuiting

"We begrepen het: Duitsers zijn geen mensen. Voortaan is het woord 'Duitser' voor ons een verschrikkelijke vloek. Als je een Duitser niet kunt doodschieten, dood 'm dan met de bajonet. Als je een Duitser gedood heb, dood dan de volgende, niets stemt ons vrolijker dan Duitse lijken. 'Dood de Duitsers!' verzoekt de oude moeder. 'Dood de Duitsers!', zo smeken de kinderen.'Dood de Duitsers!', schreeuwt de vaderlandse aarde. Schiet niet mis, laat ze niet door. Dood ze!"

Een pittige tekst waarbij het verscheuren van de Koran door Wilders nog maar kinderspel is. Desondanks heeft de schrijver hierover nimmer kennisgemaakt met een rechterlijke instantie. De schrijver was Ilja Grigorjewitsch Ehrenburg (Илья Григорьевич Эренбург) en het artikel verscheen in de krant 'De Rode Ster' van 24 juni 1942. Enige kennis van de geschiedenis relativeert de vaststelling dat de auteur naar huidig Nederlands recht een strafbaar feit pleegde door dit te schrijven. Het is om vergelijkbare reden een illusie te denken dat een juridisch oordeel over de uitlatingen van de heer Wilders mogelijk is zonder dat daarin ook een stellingname besloten ligt die als 'politiek' te kenschetsen valt. Artikelen in het Wetboek van Strafrecht die de vrijheid van meningsuiting beknotten, dienen geschrapt te worden.

MM 28-8-2010

zondag 22 augustus 2010

Terugkijken

Nog niet zo lang geleden betekende terugkijken bijvoorbeeld de blik op het verleden: 'hij zag terug op een gelukkige jeugd'. Dat betrof dan een figuurlijke variant van het letterlijke terugkijken: 'ik staarde al lang naar haar en toen ze plotseling terugkeek en mij dus betrapte, wendde ik mijn blik snel af'. Tegenwoordig hoor je echter een variant waarin het werkwoord terugkijken gaaf overgankelijk is: 'U kunt dit programma terugkijken', zo wordt ons regelmatig verzekerd. Kijken is al langer bruikbaar met een lijdend voorwerp, in ieder geval in de spreektaal: ik kijk televisie, ik kijk film, in plaats van 'kijken naar de televisie, kijken naar een film'.

Waarop slaat het voorzetsel 'terug' echter in de zinsnede 'een programma terugkijken'? Op de handeling van iets dat in het verleden plaatsvond naar een nog komen heden verplaatsen? Of betekent het zoiets als 'opnieuw', 'nog eens' dan wel het teruggaan in de tijd? Het feit dat zowel iemand die het programma gemist heeft als degene die het nog een keer wil zien, kan worden bediend, leidt ertoe dat 'herbekijken' of 'opnieuw bekijken' ook niet compleet bevredigend is. Terugkijken (van een programma) is m.i. ook erg onbeholpen. Wie heeft een goede suggestie?

zondag 8 augustus 2010

Boelgakov

Boelgakov is een schrijver die de Stalinterreur fysiek heeft overleefd, ook al heeft zijn dood (in 1940) daaraan mogelijk op beslissende wijze bijgedragen. Hieronder een vertaling van het begin van zijn verhaal 'Een rode kroon' met als ondertitel 'Geschiedenis van een ziekte'. Het gaat om een oudste zoon, die geestelijk van slag is geraakt doordat hij getuige was van het ophangen van een arbeider en door het sneuvelen van zijn jongere broer Kolja, die dienst doet als ruiter. Juist als hij in opdracht van zijn moeder probeert zijn jongere broer over te halen naar huis te komen, maakt hij mee dat zijn broer door twee strijdmakkers wordt teruggebracht naar de plek waar hij hem daarvoor al ontmoette. Met steun van zijn begeleiders zit Kolja nog op zijn paard, maar waar eerst twee heldere ogen zaten, stroomt nu bloed uit rode vlekken en een dokter heeft hij niet meer nodig. Door dat beeld van zijn broer die weer tegen hem zegt: "ik kan het eskadron niet in de steek laten", wordt hij 's nachts gekweld en tot waanzin gedreven.

Een rode Kroon
Geschiedenis van een ziekte.

Het meest verafschuw ik zonlicht, luide mensenstemmen en lawaai. Aldoor, steeds maar weer gebons. De mensen om mij heen vrezen dat ik begin te schreeuwen, als ik vreemde stemmen of gepraat in de gang hoor. Daarom is mijn kamer ook bijzonder. Het is de meest rustige, de beste kamer, gelegen aan het einde van de gang van nummer 27. Niemand mag naar mij toe komen. Om me nog beter te beveiligen, drong ik er lang bij Ivan Vasiljevits (ik treur om hem) op aan mij een getypte verklaring te geven. Hij stemde ermee in en schreef dat ik onder zijn bescherming stond en dat niemand mij mocht aanhouden. Maar om eerlijk te zeggen, geloofde ik niet erg in het gezag van zijn handtekening. Toen bekrachtigde hij zijn handtekening met "professor" en voegde aan het papier een rond, blauw stempel toe. Dat verandert de zaak! Ik ken veel voorbeelden waaruit blijkt dat mensen in leven blijven doordat men in hun zak een papiertje vond met een rond stempel. Zeker, die werkman in Berdjansk met roetvlekken op zijn wangen werd nu juist aan een lantaarnpaal opgehangen omdat in zijn laars een verfrommeld papiertje met een stempel gevonden werd. Maar dat is iets heel anders. Hij was een bolsjewist, een misdadiger en het blauwe stempel was een misdadig stempel dat hem aan de lantaarnpaal bracht en door die lantaarnpaal werd ik ziek (maak je geen zorgen, ik weet heel goed dat ik ziek ben). Eigenlijk is er met mij al iets gebeurd voor wat er met Kolja gebeurde. Ik ging weg om niet te hoeven zien hoe een man wordt opgehangen, maar ik nam de angst met mij mee in mijn sidderende benen. Toen kon ik natuurlijk niets doen, maar nu zou ik durven zeggen: "meneer de Generaal, u bent een beest. Waag het niet iemand op te hangen."
Daaraan kunt u al zien dat ik niet laf ben. Over dat stempel had ik het niet uit angst voor de dood.

Oh nee, ik ben niet bang voor de dood. Ik schiet me zelf dood en dat gebeurt al snel want Kolja drijft me tot wanhoop. En ik schiet mezelf dood om Kolja niet meer te zien en te horen. De gedachte alleen al aan wat andere mensen overkomt is weerzinwekkend. Dagenlang lig ik op de bank en kijkt uit het raam. Boven onze tuin is de hemel open, achter onze tuin is een groot, groen gebouw van zeven etages waarvan een blinde, vensterloze muur naar mij is gericht en net onder het dak daarvan zit een groot, roestig vierkant. Een reclamebord met daarop in witte letters "Tandtechnisch laboratorium". In het begin had ik er een hekel aan. Daarna ben ik er zo aan gewend geraakt dat ik het echt zou missen als het zou worden weggehaald. Het bord staat me de hele dag voor ogen, concentreert de aandacht en de gedachten over vele belangrijke dingen. Maar nu breekt de avond aan. De hemelkoepel wordt donker en de witte letters doven. Ik word grijs, los op in de diepe duisternis, waarin ook mijn gedachten opgaan. De schemering is een vreemd deel van het etmaal, vol van betekenis. Alles dooft en vermengt zich met elkaar. De rossige kat begint met fluwelen stapjes door de gang te zwerven en af en toe schreeuw ik. Maar ik steek het licht niet aan, want als de lamp brandt, huil ik de hele avond handenwringend. Beter is het te wachten tot de stroom van duisternis het belangrijkste, laatste plaatje wist.

dinsdag 3 augustus 2010

Is een voorlopige voorziening wel voorlopig?

Algemene ervaring leert al dat voorlopige maatregelen vaak langdurig van kracht kunnen zijn, terwijl daarentegen datgene wat als bestendig wordt gepresenteerd, zeer tijdelijk kan zijn. Dit gezegd zijnde, geldt (of moet ik zeggen: gold?) de regel dat degene die op basis van een voorlopig  rechterlijk oordeel, een oordeel in kort geding, in overeenstemming daarmee handelt, dit op eigen risico doet. Het voorlopig oordeel levert, juridisch gezegd, geen 'gezag van gewijsde' op en immer bestaat het risico dat later geoordeeld wordt dat bedoeld handelen toch onrechtmatig was.

Uit een uitspraak van de Raad van State van 12 mei 2010 (LJN BM5496) blijkt dat dit, tenminste onder omstandigheden, niet voor vreemdelingen geldt. Ook al staat (door rechtspraak van de Raad van State zelf van 29 november 2004) vast dat een uitspraak van een voorzieningenrechter van 20 februari 2004 op een misslag van die rechter m.b.t. het recht berust, dan nog was het niet aan de rechtbank om in een beroepsprocedure  waarin op 26 oktober 2009 uitspraak werd gedaan, die misslag te constateren en uit te gaan van de onrechtmatigheid van de uitzetting van een Servische vreemdelinge en haar kind. Zeker waar het civiele kort geding gemakkelijk zonder onderliggende bodemprocedure kan voorkomen (wat in het bestuursrecht niet zo is) valt deze uitspraak niet zonder meer in te passen in de algemene leerstukken m.b.t. het kort geding, c.q. de voorlopige voorziening.

Gevreesd moet worden dat een uitspraak als deze niet in de eerste plaats tot stand komt vanuit het oogpunt om het systematisch karakter van het recht in acht te nemen en om de rechtzoekende te beschermen tegenover discutabel overheidsoptreden.

donderdag 29 juli 2010

'verbetering van processen' bij 'Tie 'n Tie'

TNT Post werkt continu aan de verbetering van haar processen en wel 'om u nu en in de toekomst een betaalbare service en kwaliteit te garanderen',  zo schrijft de post ons in een brief van 28 juli 2010. Volgt de mededeling dat de postbus van een adres tamelijk dichtbij ons kantoor  naar een op veel grotere afstand  gelegen adres verhuist. Dat hoeft echter in het geheel niet te bedroeven: 'Hebt u nog geen Brengservice? Informeer dan naar de mogelijkheden!'

Onze reden voor het nemen van een postbus was de rampzalig te noemen bestelling van post. Het zeer geregeld ontvangen van post die niet voor ons bestemd is, soms zelfs niet eens voor een adres in de gemeente Den Haag,  leidt noodzakelijk tot het idee dat het ontvangen van aan ons verzonden post allerminst zeker meer is. Ook zonder de 'brengservice' beproefd te hebben (waarvan het falen nu juist de oorzaak van het nemen van een postbus vormde) was al duidelijk dat we met de aanschaf van een postbus, ook nog afgezien van de extra kosten, 'van de regen in de drup'  waren gekomen. Binnenkomende post, bijvoorbeeld van een instantie als de IND, komt met een vertraging die tot meer dan twee weken kan oplopen in de postbus terecht. De klachtenprocedure levert niets op dan de mededeling dat sinds ook anderen dan 'Tie 'n Tie'  post (tot 20 gram) mogen bezorgen, de dienst zijn handen per definitie in onschuld wast, gevolgd door de mededeling dat de klacht als afgedaan wordt beschouwd.

Kortom, de 'processen'  worden steeds beter, de dienstverlening ontbreekt al dan niet geheel en wordt in ieder geval verminderd, maar dat is allemaal in ons eigen belang en wel om  een betaalbare kwaliteit en service te garanderen. Voor 88 eurocent kun je kennelijk niet meer verlangen dan een  zekere kans op bezorging van je brief en als daar wel zeker van wilt zijn dan kun je de post beter zelf bezorgen. De vooruitgang is ook hier niet te stuiten.

MM

dinsdag 27 juli 2010

Zittend plassen is logisch?

Lang geleden las ik in Vrij Nederland een stukje van Hugo Brandt Corstius. Hij had ontdekt dat als je als man staande plast, het vrijwel onvermijdelijke gevolg is dat miniscule spetters van de plas op je broek terechtkomen, wat zich overigens met name zal voordoen als de straal pis in het plasje water terechtkomt dat in een zogeheten vlakspoeler blijft staan. De schrijver meldde het licht gezien te hebben: hij ging 'dus' voortaan zittend plassen en dat zouden alle mannen  ook moeten doen. Datzelfde wordt door veel vrouwen voorgestaan,  naar aannemelijk is niet zozeer vanwege het feit dat de te overbruggen afstand tot het door de schrijver gesignaleerde spetteren kan leiden als wel tot het ook wel eens geheel naast de pot pissen, dit gecombineerd met het gegeven dat veelal vrouwen de taak is toebedeeld om het toilet te reinigen.  

Nu zijn er andere observaties en gevolgtrekkingen mogelijk bij beschouwing van de beschreven  verschijnselen van 'spetteren' en niet in de pot pissen. Is het niet veeleer verbijsterend dat ondanks de toegenomen welvaart  de gemiddelde woning nog immer niet is toegerust met de pisbak die in vrijwel iedere openbare toiletgelegenheid wel gevonden kan worden? De meest voor de hand liggende conclusie is immers dat het zittoilet niet echt geschikt is voor 'staand' plassen. Bewijst dat nu dat mannen helemaal geen enkele rol spelen bij de inrichting van een woning? Of bewijst dit  slechts dat mannen nu eenmaal viespeuken zijn, die voor vraagstukken van hygiëne geen enkele belangstelling koesteren? Wie het weet mag het zeggen, maar hoe dan ook kan de conclusie luiden dat die pisbak er toch eens moet komen. Dat zou ook gunstig zijn voor de vele wasbakken die thans als vervanger van de ontbrekende pisbak als zodanig gebruikt worden.

MM

 

maandag 5 juli 2010

Cogito ergo sum

"Cogito ergo sum", pleegt te worden vertaald met "ik denk, dus ik ben" en is als stelling afkomstig van de filosoof Descartes.

Kunnen we deze uitdrukking nu beter vervangen door "ik bel, dus ik ben" of, algemener, "ik communiceer, dus ik ben"? Tot de slotsom dat voor de hedendaagse mens alles afhangt van de vraag of er voortdurend een gesprek plaatsvindt, kun je gemakkelijk komen. Overal in het publiek domein (op straat, plein of in de trein) kan een bij deze ontwikkeling achtergebleven persoon als ik gemakkelijk attent raken op mensen die, voor mijn gevoel,  'zomaar' beginnen te praten. Dan kijk je even op omdat je er rekening mee houdt dat een poging gedaan wordt om je aandacht te trekken. Dat blijkt dan als regel niet het geval: de spreker spreekt middels een draadloze verbinding met een derde die zich meestal niet binnen het blikveld bevindt. Voor die persoon en niet voor jou is het gesprokene bestemd. Voor velen  geldt  dat zij in het openbaar in  nog maar zelden kunnen worden aangetroffen zonder dat zij een 'oortje' dragen of zich anderszins min of meer afsluiten voor hun onmiddellijke fysieke omgeving. Als je ongevraagd getuige wordt van de inhoud van zo een geprek, dan geeft dit als regel geen aanleiding om te denken dat het communiceren  ook zonder meer gelijk gesteld kan worden aan denken.

MM

donderdag 8 april 2010

Nederland en discriminatie van Nederlanders

In de vreemdelingencirculaire komt een stukje voor (B10 5.3.1) met het kopje "Discriminatie eigen onderdanen". Ten onrechte wordt daar gemeld dat de rechter die over het Europese recht gaat (het Hof in Luxemburg) zou hebben bepaald dat eigen onderdanen (Nederlanders dus) mogen worden achtergesteld  bij onderdanen die afkomstig zijn uit een ander EU-land die in Nederland verblijven. Een feit is wel  dat een autochtone Nederlander in Nederland onder omstandigheden een recht niet heeft dat, bijvoorbeeld een Pool of een Duitser in Nederland wel heeft. Dat feit berust, als al gezegd, overigens niet op een actief daarmee instemmen door het Hof in Luxemburg, maar op een keuze die Nederland heeft gemaakt. Als het uitkomt omarmt Nederland dus achterstelling van de eigen onderdanen in eigen land bij vreemdelingen! Het gaat dan met name om het gezinsherenigingsbeleid. Het mag zonder meer vreemd genoemd worden dat een Nederlander in Nederland onder omstandigheden een mindere rechtspositie heeft dan een hier wonende vreemdeling uit een EU-land. Behalve vreemd is het ook dubieus uit juridisch oogpunt. Hoe verhoudt zich dat tot het gelijkheidsbeginsel als bijvoorbeeld neergelegd in art. 1 van de Grondwet? De Nederlandse regelgever heeft een duidelijk antwoord op die vraag: een Nederlander mag in Nederland worden achtergesteld bij een vreemdeling in Nederland die afkomstig is uit een land dat behoort tot de Europese Unie.

MM

zondag 14 februari 2010

Een nieuw proletariaat? (2)

In mijn geboorteplaats was er in de jaren vijftig van de vorige eeuw een fietsenmaker die bekend stond als Belgie Zwinkels. Hij was vast wel van Nederlandse nationaliteit maar stond dus toch als Belg bekend. De reden voor de aanduiding 'Belgie' was dat zijn vader of grootvader tijdens de eerste wereldoorlog naar Nederland was gekomen en kennelijk in Nederland was gebleven. Zo'n veertig jaar later werd de herkomst van het voorgeslacht van de man dus nog in het geheugen van de sociale omgeving vastgehouden. Dat is heden ten dage wel anders! Een socioloog kan daar hele verhalen bij houden waarbij termen vallen als urbanisatie en anoniemisering van de samenleving. We kennen onze buren niet meer en ook  valt de vraag of iemand een Nederlander kan zijn, in geen enkel geval meer aan de hand van uiterlijke kenmerken te beantwoorden. Nederlanders zijn er tegenwoordig in alle soorten en maten. Of iemand een verblijfsvergunning heeft of over de Nederlandse nationaliteit beschikt, kun je aan iemands gezicht niet aflezen. De grote groepen mensen uit andere streken van de aarde die zich hier gevestigd hebben en nu vaak ook van Nederlandse nationaliteit zijn, vormen de natuurlijke leefomgeving waarin de illegaal zich kan schuilhouden en handhaven. Reeds in Nederland gevestigde groepen mensen die oorspronkelijk van elders komen vormen aldus 'migratiebruggen' voor vreemdelingen van vergelijkbare herkomst.

maandag 1 februari 2010

Een nieuw proletariaat? (1)

Nu vrijwel alle arbeiders zodanig verbonden zijn geraakt met de kapitalistische samenleving dat van een traditonele klasse van bezitlozen, die uitgesloten is van toegang tot de maatschappelijke voorzieningen, geen sprake meer is, zou gedacht kunnen worden dat definitief afscheid kan worden genomen van wat vroeger wel het proletariaat genoemd werd.

Helaas is dat echter niet het geval. In de rijke landen, ook in Nederland, ontstaat een nieuwe groep van rechtelozen die uitgesloten is van toegang tot voorzieningen. Nederland heeft de regelgeving op dat punt tot een hoge graad van perfectie gebracht door middel van de zogeheten koppelingswetgeving. Uitsluitend medische hulp die dadelijk noodzakelijk is en onderwijs voor leerplichtige kinderen staan open voor illegalen.

Het middel om de rechteloosheid van mensen die feitelijk permanent onderdeel uitmaken van de samenleving op te heffen is legalisatie. Dat middel heeft Nederland in vergelijking met andere landen, met name landen in Zuid-Europa, maar zuinigjes gebruikt. Daarom kun je mensen tegenkomen die al meer dan  twintig jaar in Nederland leven en werken zonder een verblijfsrecht te hebben. Natuurlijk lopen ze we eens tegen de lamp. Dan zitten ze langere tijd, soms wel een jaar, in vreemdelingenbewaring voordat de conclusie wordt getrokken dat uitzetting onmogelijk is. Dan wordt de vreemdeling  op straat gezet en vervolgens herneemt voor betrokkene het leven als illegaal zijn gang. Hierdoor ontstaat tenminste de potentie tot een echt nieuw proletariaat.  

MM

zondag 31 januari 2010

Tuchtrechter Orde van Advocaten

Deze week is blijkens een bericht in de media een advocaat  door de beroepsorganisatie van advocaten in Den Haag geschrapt van de lijst van advocaten. Volgens het NRC Handelsblad van 28 januari 2010  had de advocaat een kleine duizend  vreemdelingenzaken lopen bij de rechtbank Den Haag. Een verwijt dat hem trof , was dat hij optrad in zaken die geen uitzicht boden op een resultaat en gemeld werd dat aanspraak werd gemaakt op overheidssubsidie voor de verleende rechtsbijstand.

De Raad voor Rechtsbijstand is de instantie die de wet terzake uitvoert en erop moet toezien dat de middelen goed gebruikt worden. Het is dan niet aan de tuchtrechter van advocaten om mee te laten spelen dat voor  werkzaamheden aanspraak werd gemaakt op vergoeding door de Raad voor Rechtsbijstand. Of de tuchtrechter dat deed, wordt overigens uit het bericht in het NRC Handelsblad niet duidelijk. Ook werd vermeld dat de advocaat de regels over het maximum aantal zaken per jaar waarin aanspraak kan worden gemaakt op overheidssubsidie, ontdook. Een advocaat kan in een kalenderjaar maximaal in 250 zaken toestemming voor verlening van rechtsbijstand met subsidie van de overheid krijgen. Deze regel is om een veelheid van redenen onder omstandigheden onwerkbaar en bij de rechtmatigheid ervan kan een dik vraagteken worden gesteld. De tuchtrechter voor advocaten zou er daarom verstandig aan doen behoorlijk afstand te houden van deze regel van de Raad voor Rechtsbijstand.

MM

donderdag 28 januari 2010

"Geen reden om aan de verklaring te twijfelen"

Hij had geen reden om aan de verklaringen van de verdachten te twijfelen, zo verklaarde de Officier van Justitie te Breda vandaag in de media naar aanleiding van het mislukken van de vervolging van een groep verdachten van handel in verdovende middelen. Intussen was namelijk gebleken dat de politie de verklaringen van de hoofdverdachte had aangepast en aangevuld, waardoor de zaak voor alle verdachten 'stuk' ging.

In vreemdelingenzaken worden stelselmatig processen-verbaal opgemaakt die op gespannen voet staan met de waarheid. Bij het verhoor dat aan vreemdelingenbewaring vooraf gaat, geldt bijvoorbeeld voor de vreemdelingenpolitie Den Haag dat de vreemdeling, die naar het p.v. pleegt te melden op de hoogte is gesteld van het recht op aanwezigheid van een advocaat bij het verhoor, stelselmatig verklaart daarvan geen gebruik te willen maken.. Steeds staat te lezen dat de vreemdeling het een goed idee vindt dat de raadsman/advocaat hem later zal bezoeken.

Desgevraagd verklaart de vreemdeling dan aan de advocaat dat hem niet gewezen is op het feit dat hij aanspraak kan maken op aanwezigheid van een advocaat bij het verhoor, maar dat hem uitsluitend zo iets gezegd wordt als "Je vindt het zeker wel goed als een advocaat later bij je langskomt?" De vreemdeling pleegt daarop bevestigend te antwoorden en dan wordt in het p.v. opgenomen dat afgezien werd van het recht op aanwezigheid van een advocaat. Rechters die zaken van vreemdelingen in bewaring moeten beoordelen, kunnen natuurlijk vaststellen dat zo een verklaring als opgenomen in het p.v. ì.h.a. ongeloofwaardig is vanwege de hoge frequentie waarin deze voorkomt..

Zij kiezen er echter voor weg te kruipen achter de formele muur dat zij geen reden hebben om aan de verklaring als opgenomen in het ambtsedig opgemaakte  p.v. te twijfelen. De hoogste rechter, de Raad van State, hanteert immers ook de aangeduide formele muur en waarom zou je er dan voor kiezen op te vallen door deze praktijk eens aan te pakken.. Dat zou toch wel van rechtelijk activisme getuigen en dat zij verre van ons, rechters. Aldus kan jarenlang ongestoord de praktijk voortbestaan van ambtsedig p.v.'s die op gespannen voet staat met de waarheid.

MM

woensdag 27 januari 2010

Onraad voor Rechtsbijstand of Raad tegen Rechtsbijstand?

De  Raad voor Rechtsbijstand is de instantie die de wet op de rechtsbijstand uitvoert. De Raad wordt geheel bekostigd door de overheid. Het spreekwoord 'Wiens brood men eet, diens woord men spreekt' gaat in ieder geval voor deze instantie op. Dat betekent dus dat het ergste gevreesd moet worden voor de mogelijkheden om aan gewone mensen (die niet kunnen graaien in bonussen of opties kunnen verzilveren etc.) rechtsbijstand te verlenen in tijden waarin de overheid op de centjes moet letten. Dat is nog tot daar aan toe. Dat de Raad ook nog eens volstrekt bureaucratisch en dus bot en dom opereert, maakt het er  nog moeilijker op voor de goedwillende advocaat die geen zakkenvuller is en graag deugdelijke rechtsbijstand zou willen leveren.

Die advocaat moet in de Raad voor Rechtsbijstand wel een tegenstander zien. Een naam voor de Raad voor Rechtsbijstand als "Onraad voor Rechtsbijstand" zou daarom passender zijn. Misschien drukt echter het simpele "Raad tegen Rechtsbijstand" het ook goed of zelfs nog beter uit?

MM  

zondag 24 januari 2010

Nabokov, jeugd

In het gedicht 'aan mijn jeugd' geeft de schrijver aan hoe hij zich verhoudt tot zichzelf als jeugdig persoon. Zoals iemand die kinds wordt de greep op het bestaan verliest en qua geest bij levende lijve al sterft, zo is de schrijver de greep op zichzelf als jongeman kwijtgeraakt. Lang was er het geloof in de eenheid van het bestaan, maar nu herkent hij zichzelf, terugkijkend, niet meer. De schrijver nu en in zijn jeugd worden als twee personen voorgesteld en de volwassene ervaart een grote afstand tot zichzelf als jonge man: "jij bent mijn "ik" al lang niet meer, je bent een probeersel, de held van ieder eerste hoofdstuk" (Ты давно уж не я, ты набросок, герой всякой первой главы). De afstand tot wat voorbij is en de weemoed die dat met zich brengt, als door iedereen wel gevoeld, worden door de dichter omgezet in het verklaren van de jeugdige persoon tot welhaast een vreemde. De fragmentatie van het menselijk bestaan, zet zich binnen het individu voort. Afgaand op dit gedicht was Nabokov geen persoon met de positieve instelling die tegenwoordig welhaast verplicht is.

Op het adres http://imwerden.net/audio/nabokov_k_moej_junosti_english-russian.mp3 kan een opname gevonden van het voorlezen van het gedicht door Nabokov zelf in een Engelse vertaling en van het Russische origineel.


MM

dinsdag 19 januari 2010

Gecertificeerd, Concorde, Engels

Concorde is een bureau voor tolk- en vertaaldiensten waaraan de advocatuur sinds 1 januari 2010 is overgeleverd door de overheid. Natuurlijk is deze instelling gecertificeerd en nog wel volgens NEN normen. Kennelijk betekent dat niet dat je kunt bedenken dat je misschien diensten van enige omvang niet vanaf 1 januari 2010 kunt leveren als je pas in de loop van december 2009 van het Ministerie van Justitie te horen krijgt dat besloten is de behoefte aan gesubsidieerde tolkdiensten vanuit de advocatuur aan jou te gunnen. Sinds 1 januari 2010 worden advocaten en hun cliënten in ieder geval opgeknapt met de puinhopen die de 'professionals' van het Ministerie samen met de gecertificeerde 'professionals' van bureau Concorde weten aan te richten. Behalve aan certificatie zijn dit soort 'professionals' vaak ook te herkennen aan hun liefde voor gebruik van het Engels en daarmee hun verachting voor het Nederlands. Zo prijst Concorde zich aan met: "Networks…linked in a perfect way for all your translation needs.". Ongetwijfelfd binnenkort nog perfecter.

MM

vrijdag 15 januari 2010

Nederland Bananenland

De globalisering en de toegenomen technische mogelijkheden gaan helaas gepaard met een drastische achteruitgang van het niveau van diensten. Lang trok de overheid zich bijvoorbeeld de postbezorging aan. Anno 2010 kan het gemakkelijk gebeuren dat lokale post een week later pas bezorgd wordt. Nu mag je blij zijn indien post ooit aan het adres van bestemming bezorgd wordt. Vandaag troffen we bijvoorbeeld in onze brievenbus een juist geadresseerd poststuk aan bestemd voor de rechtbank te Rotterdam. Privatisering, loonsverlaging voor postbezorgers van de T(ie)NT(ie) etc., het heeft allemaal zijn prijs.

Maar weet wel dat u volgens bestuursrechters desondanks geacht wordt een per gewone post verzonden stuk van een overheidsinstantie tijdig ontvangen te hebben als de administratie van de instantie uitwijst dat verzending heeft plaatsgevonden. U mag zonodig nog wel bewijzen dat u het poststuk niet in uw postbus aantrof. Zoiets werd vroeger wel een 'probatio diabolico' genoemd. Het internet kan zonodig wel helpen om de betekenis daarvan te vinden.

MM

donderdag 7 januari 2010

voorlopige maatregel, Dublin, Italië

André Vermeij heeft vandaag een voorlopige maatregel (interim measure/mesure provisoire) gekregen van het Europees Hof te Straatsburg waarbij de overdracht van een minderjarige vreemdeling aan Italië voor dit moment wordt verboden. Het gaat om een jongeman uit Eritrea die eerder asiel vroeg in Italië. Op grond van de samenwerking in Europa geldt in beginsel dat Italië dan verantwoordelijk is voor de asielzaak van de vreemdeling. Italië biedt echter geen enkele opvang aan asielzoekers, wat dus bij minderjarigen kan leiden tot een voorlopige maatregel. Gefeliciteerd André!

MM

woensdag 6 januari 2010

Verbanning uit Nederland?

De straf of maatregel verbanning uit Nederland treffen we (nog) niet aan in de Nederlandse regelgeving. Desondanks heeft het bestuur dit voor vreemdelingen voor elkaar getoverd. In het nog recente verleden verbleven grote groepen vreemdelingen illegaal in Nederland omdat dit min of meer werd gedoogd en wel om, bijvoorbeeld, de tuinbouw van goedkope arbeidskrachten te voorzien. Dat een aantal personen binnen die groep zich voorzag van een paspoort of arbeidsvergunning op iemand anders naam om uitzetting tegen te gaan is eveneens een feit. Jarenlang werd volstaan met het uitzetten van zo een vreemdeling als het rookgordijn dat hij trachtte te leggen, doorbroken werd. Tegenwoordig kun je echter zaken tegenkomen waarin wel een proces-verbaal werd opgemaakt vanwege het gebruik van het valse document. Als dan aan de vreemdeling een dagvaarding wordt uitgereikt om bij de strafrechter te verschijnen en de vreemdeling wordt vervolgens uitgezet voordat de strafzaak dient, dan volgt er een veroordeling bij verstek waartegen gedurende veertien dagen na de uitspraak hoger beroep openstaat en daarna niet meer. De termijn van 5 of 10 jaar die in de regelgeving is opgenomen als de tijdsduur waarbinnen een eventuele aanvraag verblijfsvergunning vanwege de veroordeling wordt tegengeworpen (en omgekeerd) is voor deze vreemdeling systematisch eeuwig: de verjaringstermijnen zijn voor hem eeuwigdurend omdat deze pas gaan lopen nadat de straf is uitgezeten en dat heeft de Nederlandse overheid nu juist verhinderd door tot uitzettting over te gaan!

MM