woensdag 2 mei 2012

Heten overheidsvoorlichters Goebbels?

Op de internetpagina nos.nl verscheen op 18 april 2012 een bericht naar aanleiding van de recente oproep aan Nederland door Afghanistan om ter plaatse onderzoek te doen naar de vraag of alle officieren en onderofficieren van de veiligheidsdiensten ten tijde van het op Moskou georiënteerde bewind in Afghanistan zich wel of niet schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden. In Nederland heeft zich de unieke waarheid geopenbaard dat zulks systematisch het geval was, dit op grond van een ambtsbericht dat is opgemaakt door de Nederlandse Ambassade in Pakistan in de periode waarin de Taliban de baas was in Afghanistan en het land daardoor ontoegankelijk. Geen enkel ander land en geen enkele gezaghebbende deskundige of dito instantie deelt dit Nederlandse standpunt. Het bericht geeft verder aan dat een woordvoerder van Leers zou hebben gezegd dat de Raad van State het ambtsbericht heeft beoordeeld, ook inhoudelijk, en goedgekeurd. Om dat laatste, de stelling als zou de Raad van State het ambtsbericht inhoudelijk hebben goedgekeurd gaat het mij. De voorlichter spreekt op dit punt niet de waarheid en het is niet de taak van een voorlichter om een misleidende voorstelling van zaken te geven. De Raad van State gaat namelijk uit van de primaire verantwoordelijkheid van de overheid bij het voeren van het beleid in kwestie en eist een toetsing op afstand (marginale toetsing) door de rechter. Enkele citaten ter illustratie uit een uitspraak uit 2004 over het ambtsbericht in kwestie waarbij de markeringen van mijn hand zijn. "... is er geen grond voor het oordeel dat de staatssecretaris niet MOCHT uitgaan van de conclusie die is neergelegd in paragraaf 2.7 van het ambtsbericht." en: "... dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de staatssecretaris zich niet IN REDELIJKHEID op het standpunt heeft KUNNEN stellen dat er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat de vreemdeling persoonlijk verantwoordelijk is voor het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 1 (F), aanhef en onder a en b, van het Vluchtelingenverdrag." Steeds zegt de Raad van State dat de overheid het beleid kan voeren dat wordt gevoerd. Zulks laat de verantwoordelijkheid voor de keuze voor het voeren van het beleid geheel bij de overheid. Dat een politiek woordvoerder zich op de Raad van State beroept voor de beleidskeuze in kwestie vindt ten onrechte plaats. Overigens zou ik willen wedden dat geen aanleiding zal worden gezien om op de uitnodiging om ter plaatse onderzoek in te stellen in te gaan.